Dear Marjo,
I found it very lovly that you open your studio and experience to other artists through your article. Read Marjo's article
http://www.theartiscape.com/articles/what-behind-empty-space . It is showing a lot of your personallity.

Yesterday in a radio conference the Jazz-Pianist RANDY WESTON commented on his friend KELA CUTI from Nigeria saying: “ Playing your instrument is not enough. You have this tallent for a reason. You have to serve your communitty, you have to serve humanity.Then you are a true artist.

Have a look at the work of an other spanish artist called: JOAN HERNÁNDEZ PIJUAN and not to forget PIERRE ALECHINSKY from Belgium.

Posted by Helmut K:ohl Mex

 

 Dag Marjo,
Goed om je werk te zien. Je 'acryllappen' vind ik interessant.
En het citaat van Juan de la Cruz is een mooie onderbouwing. Tastend zoeken wij onze weg,
 
Met vriendelijke groet,
Anne Berk, kunstrecensent
Financieel Dagblad

28-09-2010

 

Onderstaande link verwijst naar de toespraak gedaan door filosoof Ronald Hunneman tijdens mijn expositie 'Wounded Landscapes" d.d. 29 januari 2017 in stARTion te Hengelo
https://dl.dropboxusercontent.com/u/4455904/Openingswoord%20bij%20Wounde%20Landscapes%20van%20Marjo%20Sleiderink.pdf

 

Recensie geschreven door Jet van der Sluis naar aanleiding van de expositie
“En Route 1” van Karl Trompert en Marjo Sleiderink in het Palthehuis te Oldenzaal.
________________________________________________________________
VERBAZING OVER VERF VERSUS POëZIE VAN HET ONOOGLIJKE
________________________________________________________________
 
In het Oldenzaalse museum Het Palthehuis is tot en met 15 februari 2009 een dubbeltentoonstelling te zien van Karl Trompert en Marjo Sleiderink, twee kunstenaars met een late roeping, die elkaar kennen van de avondopleiding van de AKI. Ogenschijnlijk heeft hun werk weinig met elkaar te maken, maar de combinatie van Tromperts installatie met de schilderijen van Sleiderink vormt toch een harmonieus geheel. Beide kunstenaars tasten hun mogelijkheden af: ze zijn onderweg en hun reisverslag lijkt belangrijker dan een eenduidige bestemming.
 
Trompert sluit met zijn voor deze expositie vervaardigde installatie van steigerplanken en inspiratiedozen nadrukkelijk aan bij de twintigste-eeuwse traditie van het objet trouvé.
Hij is gezegend met wat Ronald Schulp, directeur van AkkuH, die de tentoonstelling opende, het kunstenaarsoog noemt: een talent om het bijzondere in het alledaagse of het onooglijke te zien. Het opmerkelijke is dat de kunstenaar erin slaagt om zijn publiek daarin te laten delen: iedereen die zijn twee inspiratiedozen bekijkt, wordt meegezogen in Tromperts esthetische verwondering om het voorbije en om het verval. In een vervreemdende ordening liggen kadavertjes van hagedissen, kevers en muizen naast porseleinen elektriciteitsisolatoren, geflankeerd door foto’s, oude stempelkussens, gebruikt en afgesleten vlakgum en tabletten Sunlightzeep. Een grillige combinatie die dwingende associaties veroorzaakt waarin vergankelijkheid en het verleden om de voorrang strijden. Zijn rondom deze installatie gegroepeerde boten zijn van een ontwapende eenvoud: door heel simpele ingrepen wordt een afgeslepen plank een oceaanstomer en een betonmortelmenger een imposante scheepsschroef. Het wonder ligt voor het grijpen, maar iemand moet het je laten zien. Ook de portretdoos doet iets met de verbeelding: een pionvormig stuk wit porselein op twee rechthoeken herkennen we pas als portret in combinatie met de foto’s er omheen: een familiekliekje, een Duitse Tbc-patiënt en een excentrieke inwoner van Venetië in uniform. Een blanco portret zegt ons normaliter niets, maar nu inspireert het witte silhouet tot nadenken over het wezen van afbeeldingen.  In de overige beelden die Trompert creëert van sloophout en gevonden materialen spelen de noties tijd en vergankelijkheid ook een rol, zeker binnen de context van deze installatie. De stairway to heaven gaat een wankel evenwicht aan met een tot koffer getransformeerde zwerfkei en het geringe aantal sporten van de gammele ladder maakt pijnlijk duidelijk dat de hemel maar moeizaam te bereiken is. In zijn uit een kinderstrijkplankje en verbandgaas geconstrueerde Hommage à Marino Marini weet hij ondanks deze uiterst nederige materialen feilloos de pose van Marini’s beroemde Paard en Ruiter uit de jaren vijftig te treffen. Trompert is het sterkst als hij dicht bij zijn eigen inzichten blijft: een driedimensionale collage als Warrior nr. 1 is al zo vaak vertoond in de vorige eeuw, dat dit beeld – ondanks zijn totemistische lading – niet echt overtuigt.
 
OPRECHTE VERWONDERING
Een dergelijk déjà vu bekruipt je ook bij de kleine serie Images faussées van Sleiderink. Zij is ongetwijfeld oprecht in haar verwondering over de eigenschappen van het schilderslinnen en het medium verf, maar dit soort onderzoek is in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw al veel vaker gedaan. Zij past met deze kleine werken in zwart wit en rood in de traditie van de informelen, met hun verbanning van illusionistische beeldmiddelen en hun concentratie op de drager (het schilderslinnen) en de verf. Veel interessanter zijn de schilderijen waarin ze verder borduurt op deze traditie en er een eigen vervolg aan geeft: de serie En Route waarmee ze wel nieuwe wegen baant. In deze serie abstracte schilderijen gaat het ook over verf, maar door de reminiscenties aan de vorm – een landschap of een vreemd dier – en vooral door het spannende gebruik van allerlei kleuren, technieken en materialen door elkaar raakt de toeschouwer echt geïnteresseerd in de factuur en in de huid van haar schilderijen. Erupties van acryl en zelf van bitumen, banen zich een weg vanuit het verhullende wit van de (over)schildering, doorkruist en overlapt door stiksels en repen verbandgaas. In deze serie boeien het vitale craquelé en de kleur en aard van de verf op een vanzelfsprekende manier, een resultaat overigens dat ze zonder het onderzoek van de Images fausseés waarschijnlijk niet had kunnen bereiken. Ook de 2 Acryllappen zijn ontstaan uit een vorm van onderzoek: wat gebeurt er als je acryl laag over laag aanbrengt op een glasplaat en het daar vervolgens afhaalt? Het resultaat is een zelfstandige laag verf, een gelaagde verfhuid zonder traditionele drager, want het linnen ontbreekt. Op zich een aardige vondst die echter als toegepaste kunst verrassender werkt dan als geïsoleerd object. Sleiderink droeg op de opening een ketting van uit zo’n acryllap gesneden, verrassend kleurige ‘kralen’: een toepassing die de vondst bijzonder maakt.
Wat Trompert en Sleiderink verbindt, is dat ze de geestelijke reis van het scheppen interessanter vinden dan het doel. Liever dan een gearriveerd kunstenaar te zijn, blijven ze onderweg. Deze tentoonstelling maakt nieuwsgierig naar het vervolg van hun creatieve omzwervingen en doet uitzien naar En Route II.
=====================================================================
++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++

Speech Ronald Schulp tijdens opening expo Palthehuis van Karl Trompert en mij.

Dames en Heren,
De bekendste diersoort met een larvenstadium is de mens. Baby’s kunnen haast niks. Het eten moet ze met de paplepel worden ingegeven. Ze kunnen niet lopen, niet staan, niet eens zitten. Het hoofdje wiebelt wat, maar verder lijkt een baby nog het meest op een patiënt met een dwarslaesie vlak onder de nek. De spieren daaronder zijn buitengewoon willekeurig, vooral die van de anus. De kromme beentjes duiden op Engelse ziekte en de spraak is zwaar gestoord. In wagentjes worden ze rondgereden. Mislukter kan een mens niet zijn.
Het voorgaande is een citaat uit het boek "De vergankelijkheid" van schrijver, bioloog Midas Dekkers.
Wat heeft die tekst in vredesnaam te maken met deze tentoonstelling vraag je je af. Ik kreeg toen ik me aan het voorbereiden was op dit praatje die tekst nog eens onder ogen en associeerde vrijuit. Kunstenaars zijn per slot van rekening ook mensen en jonge pas afgestudeerde kunstenaars hebben vaak veel weg van die mens in dat larvenstadium met al haar onvolkomenheden.
De academie verlaten, de veilige school verlaten en plotseling in het diepe gegooid worden is wat veel jonge kunstenaars nekt.
Het is niet voor niets dat de meeste jonge kunstenaars ook na jaren ploeteren in de marge, het bijltje erbij neergooien. Verzopen in de jungle van het galeriewezen, de roep om cultureel ondernemerschap en de tucht van de markt.
Waar ze op de academie zich konden laven aan kunstzinnige impulsen, explosies van creativiteit ziet menig jonge kunstenaar zichzelf een jaar na de kunstacademie nog steeds vakkenvullende bij ’s Lands grootste grutter om de atelierhuur maar op te kunnen brengen.
Vooral jonge kunstenaars ondergaan dit lot en alleen de sterksten, de doorzetters en de meest talentvolle komen op den duur bovendrijven.
Er is ook een schare pas afgestudeerden die in een veel later stadium van hun leven besloten zich toe te leggen op het kunstenaarschap. Dat zijn de mensen met levenservaring, met levenswijsheid zou je kunnen zeggen en de keus voor het kunstenaarschap is veelal ingegeven door sterke innerlijke drijfveren. Zes jaar lang, vier avonden in de week naar de academie, ik geef het je te doen.
Survivors zijn het, en die survivors behoren tot de fittest. Van dat soort survivors hebben we er hier twee, die samen een tentoonstelling hebben gemaakt en die van plan zijn nog veel meer projecten samen te doen.
Marjo Sleiderink en Karl Trompert hebben gekozen deze tentoonstelling de titel " En Route 1" mee te geven. Omdat het voor hen het begin van een zoektocht is. De opvattingen die Marjo en Karl hebben over kunst, een kunstwerk, de kunstenaar sluiten in veel opzichten op elkaar aan.
Deze tentoonstelling is een eerste poging de tegenstellingen en dwarsverbanden tussen hun beider kunstuitingen over het voetlicht te brengen en een wonderbaarlijk symbiose tot stand te brengen in deze ruimte en in deze tijd. Ogenschijnlijk heeft het werk van beide kunstenaars weinig met elkaar gemeen, het materiaal verschilt, de strijd met het materiaal verschilt, de vorm verschilt en toch is de uitkomst zoals hier getoond een poëtisch beeld van een uitzonderlijke kracht.
Het werk van Marjo kenmerkt zich door haar materiaalstudie, de gemengde techniek en een verregaande gelaagdheid. Ze is wars van kunstwerken die als ornamenten dienen, wat haar betreft geen opsmuk, geen versiering voor het dagelijkse leven.

Hier in de hoek de verfvlakken, acrylverf laag op laag aangebracht. Zonder drager en in meer dan een aspect lijkt het geïnspireerd op het werk van de Zwitserse kunstenaar Stefan Gritsch. Ook de bolvorm aan de muur aan de kop van de zaal, een bol van acrylverf doet me daar sterk aan denken.
Maar het zijn geen kopieën. Marjo is niet iemand die na-aapt. De manier van presenteren is ook anders. Waar Gritsch zijn blokken verf, opensplijt zodat de innerlijke gelaagdheid en kleurennuances zichtbaar worden voor de toeschouwer laat Marjo de toeschouwer veel meer te raden over.
Naast de bolvorm de kleine, wat ik maar gemakshalve beschouw als exercities op de huid van het doek. Het werk aan de lange wand een feest voor het oog. Het materiaalgebruik, met stiksels en bijvoorbeeld bitumen zorgt ervoor dat het werk " blijft werken".
Dat bitumen heeft bij bepaalde omgevingstemperaturen de eigenschappen van een vaste stof, maar is fysisch een vloeistof. Bij hogere temperaturen neemt de vloeibaarheid toe. Dus het werk blijft onder invloed van externe factoren steeds werken.
De toeschouwer wordt uitgenodigd te ontdekken wat is weggelaten, te ontdekken wat verborgen werd en te zien wat je zelf wilt zien in het werk. Niet dat Marjo er zelf geen bedoeling mee heeft maar dat is haar innerlijke motivatie waar ze de toeschouwer niet mee lastig valt. Marjo vraagt zich af wat is werkelijkheid, is er niet meer dan wij kunnen waarnemen en ze laat haar toeschouwer daarin delen. Associeer vrij, dat is de uitnodiging, laat de combinatie van technieken en beeld je eigen fantasie prikkelen en wordt er verliefd op of ga het maar haten. Het tactiele, het materiaal, het craceleren, dat moet zo, dat wil ik zo hebben. Nee, zegt Marjo, en dat is alweer een bewuste keuze, " Mijn werk is nooit af". En daarmee bewijst ze zichzelf en de kunstliefhebber een grote dienst.
Karl Trompert beschikt over het oog van de kunstenaar, zijn "objets trouvér", letterlijk "gevonden voorwerpen" hebben zijn oog getroffen. Mijn eerste ervaring met een dergelijk "kunstenaarsoog" was met mijn vriendin, ook beeldend kunstenaar. Wij woonden in Almere en s’ winters liepen we over de besneeuwde straat langs een put waarop mijn vriendin op haar hurken ging zitten en een foto van de besneeuwde put maakte. Dat was in een tijd dat je nog moest laten ontwikkelen en afdrukken maar de afdruk van dat beeld leverde een poëtisch huisje op met drie besneeuwde poorten waar je zo door naar binnen leek te kunnen.
Kijken is waar het om gaat bij Karl, kijken en zoeken naar de meest simpele vormen. Verzamelen en rangschikken tot er een harmonie ontstaat tussen het materiaal, de compositie en de vorm. Het is een zoektocht die hem ertoe brengt de gevonden voorwerpen op te slaan in zijn zogenaamde inspiratiedozen. Twee van die dozen zijn onderdeel van de hier, op de ruimte toegesneden, installatie. Site-specific heet dat in het jargon en Karl is iemand die dat heel serieus neemt. Hij heeft de tafels van de installatie speciaal op maat laten lassen om zijn beeld hier op deze manier te tonen.
Dat beeld, die installatie bestaat uit verschillende objecten die in meer of mindere mate door de hand van de meester gevormd zijn. Het materiaal krijgt een andere betekenis. Kijk wat Karl vermag te doen met de hamers en toetsen uit een piano. De oorspronkelijke vorm zo simpel mogelijk houden maar door de ingrepen in het, vaak historische, materiaal een nieuw leven gevend en een nieuwe dimensie.
Zie hoe zijn Rotterdamse wortels zich vertalen in de boten op en om de installatie. Met de meest eenvoudige materialen weet Karl de meest krachtige beelden op te roepen. Het constructivisme dat zich verraadt bij het onderstel van een Spaans strijkplankje. Met vaardige hand, met verbandgaas omwikkeld, steeds eenvoud en de echtheid van het materiaal als uitgangspunt, construeert Karl een tegenspartelend rijdier, waar geen horsewhisperer nog mee uit de voeten zou kunnen.
Ieder stukje hout elk object uit de installatie heeft een eigen geschiedenis. De basale, eenvoudige vorm levert hem een verovering op zichzelf op als hij het aandurft een stukje hout neer te zetten en er dan letterlijk en figuurlijk achter te gaan staan.
Het werk dat Karl maakt ontstaat soms toevallig maar ook na rijping in zijn atelier door bewuste keuzen. Uitgangspunt is altijd het gevonden materiaal. Als je Karl op een vuilnisbelt zet dan kun je ervan uitgaan dat hij daar materiaal vindt om objecten en assemblages te scheppen met zoals Jan Noltes het eens omschreef " zeggingskracht".
Schoonheid is geen uitgangspunt in het werk van beide kunstenaars, ook daarin zijn ze met elkaar verbonden. Ze willen niet per sé behagen. Toch ontstaat die schoonheid wel door de combinatie van objecten en schilderijen.
Marjo en Karl willen zich presenteren met hun werk en aan dat werk zie je af dat ook na de AKI de ontwikkeling niet heeft stilgestaan. Beiden hanteren een geheel eigen beeldtaal. Twee raskunstenaars wier drijfveren niet de mogelijke financiële verdiensten zijn, twee raskunstenaars die naar buiten willen treden en op zoek zijn naar erkenning. Niet de erkenning van Jan en alleman, het werk leent zich daar ook niet echt voor, nee erkenning door broeders en zusters uit het vak. Mensen die ook kunstenaar zijn of er verstand van hebben.
Ik ben geen kunstenaar, ik ben geen kunsthistoricus maar ik loop de laatste 15 jaar al wel mee in allerlei functies binnen kunstorganisaties. Ik heb veel gezien, ik heb veel geleerd en ik begin het geloof ik een beetje te snappen. Ik hoop dat Karl en Marjo mijn welgemeende waardering voor de kwaliteit van hun werk willen incasseren als een stukje van die erkenning waar ze naar op zoek zijn.
De uitkomsten van deze ‘En route 1’ geven een harmonieus samengaan te zien van deze twee kunstenaars. Twee kunstenaars met hun eigen materiaal, met hun eigen stijl maar ook met hun overeenkomsten in visie op de kunst. Het doet je uitzien naar " En route 2" en ik hoop dat er nog vele zullen volgen.

 

 

=================================================================
+++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++

Tekst van mijn docente filosofie, Riet Schennink, voor bij mijn afstuderen. 

De gelaagdheid van het verfoppervlak de opeenstapeling van kleuren.... de verfhuid die dit oplevert werd voor jou een onderzoeksterrein, maar daar liet je het niet bij.

Materiaal speelt altijd een belangrijke rol in het werk van Marjo Sleiderink.  Ook in het recente werk is het soms bijna letterlijk gebruikt om een weg te banen waarop ze verder gaat  een weg die zeer  veel sporen achterlaat. 

Het is een zoektocht zonder kaart, een tastende niet geplande reis die plaatsvindt tussen oog en hand, waarbij elk doek een korte halte of een stilstaan is  bij  een onverwachte wereld met visuele en haptische resten van een geschilderde ervaring. Deze werelden nodigen ons uit deel te nemen aan deze reizen door  dat onbestemde gebied tussen hand en oog dat hier gestalte krijgt in wisselende materialen, zoals verf, bitumen en draad.

Riet Schennink.
=========================================================================================
+++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++

Tekst gesproken door mijn lieve coordinator/docent, Erik de Gram, tijdens mijn afstuderen.


Beste Marjo,

Het doorsnijden van het beeld door lijnen die ook draden zijn .........tekenen met naald en draad en het combineren van dit alles , kan leiden tot de hals ketting die je vermoedelijk nu draagt, maar ook tot de prachtig afgewogen installatie van je schilderijen en objecten

Alles relateerde tot elkaar en werd daardoor weer bijna een nieuw werk

Verder kan je zeggen dat je als een moeder was voor deze eindexamengroep

Samenhang creÎerde , in de achtergrond veel werk verzette,en de coˆrdinatie van mij wel wilde overnemen .

Nu je afgestudeerd bent hoop ik dat je tot in lengte van jaren vergaderingen met deze groep zult beleggen waarin jullie plannen en projecten bespreken waaruit weer vele initiatieven voortkomen. Houd het netwerk in stand!

Lieve Marjo gelukgewenst.
===========================================================================
+++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++